CURSUSSEN VOOR VOLWASSENEN     CURSUSSEN VOOR KINDEREN     LEZINGEN     RONDLEIDINGEN     REIZEN     SCHOOLPROJECTEN     PUBLICATIES     ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK

 

 

Archeologisch

Onderzoek

Startpagina

 

Home     Nieuws     E-mail   

BERENIKE EN DE HANDEL

De Romeinen zagen Egypte vooral als een land dat als een goede stopplaats kon dienen op de handelsroutes met Oost-Afrika, Arabië en India. Voor de welvarende burgers van het Romeinse Rijk waren de exotische producten uit deze landen zeer aantrekkelijk. Aangezien de verbindingen vanaf het Romeinse rijk over land lang, nauwelijks begaanbaar en vaak zeer onveilig waren, probeerden de Romeinen de goederen voornamelijk over zee aan te voeren.

 

De handel was aanvankelijk vooral in handen van Indiase en Arabische zeelieden. Deze maakten handig gebruik van de moessonwind, waardoor men snelle overtochten kon realiseren. De Indiërs en Arabieren wisten deze informatie echter, vanuit concurrentieoverwegingen, lange tijd geheim te houden. Het was uiteindelijk de Griekse zeeman Hippalus die het raadsel van de zo succesvolle handelsvaart tussen India en Arabië ontsluierde. Hoe de Griek zijn ontdekking deed, is echter niet zeker. Met de opgedane kennis wisten de Romeinen uiteindelijk vroeg in de eerste eeuw na Christus een zeer succesvolle en directe handelsvaart met India op te bouwen, waarbij de in de Ptolemaeïsche tijd gestichte handelshaven van Berenike een belangrijke rol vervulde.

 

In de stad zijn veel munten gevonden, die ongetwijfeld gebruikt werden bij de diverse handelstransacties en het uitbetalen van de benodigde salarissen. Bovendien werd er in 1997 tijdens de opgravingswerkzaamheden in Berenike een groot aantal ostraca (beschreven potscherven) ontdekt. Deze vondst verschafte meer duidelijkheid over de werking van de lokale handel en de economie in de havenstad tijdens de Romeinse tijd. Nader onderzoek leverde meer dan honderd notities van het plaatselijke douanekantoor op. In de korte teksten, die hoofdzakelijk uit de eerste eeuw na Christus dateren, wordt bijvoorbeeld opdracht gegeven tot het onbelast doorlaten van kleine hoeveelheden goederen. Vaak gaat het om wijn, olie, uien of andere proviand voor de scheepsbemanningen. De opdrachten waren voornamelijk gericht aan ‘zij die de poort onder hun hoede hebben’, waarmee de beambten van de douanepost bedoeld werden.